Compact stroomrailsysteem voor compacte ruimte
augustus 28, 2023
Beschikbare ruimte voor de elektrotechnische installatie is vaak een punt van aandacht, zeker in de machinebouw. Voor energieverdeling tot 160A vormt het RiLine Compact railsysteem de oplossing omdat dit 3-polige, rondom tegen aanraking beschermde railsysteem-board in zijn geheel te gebruiken is voor het aansluiten van componenten. In het board voorgeperste delingseenheden zorgen voor een veilige opname en snelle positionering van de componenten.
Door de directe contactering op het board geeft dit een reductie van de bekabeling. Uiteraard zijn voor volledige toepasbaarheid componenten als aansluitadapters, apparaat adapters en beveiligingscomponenten beschikbaar en is het board voorzien van UL-toelating dus ook toepasbaar voor de Noord-Amerikaanse markt.
Veilig aansluiten
Met de adapters van het RiLine Compactsysteem is een snelle aansluiting van leidingen en apparaten te realiseren. Door de schroefloze aansluittechniek van de aansluitadapter zijn de aders snel aan te sluiten, de contactplaats zelf is volledig onderhoudsvrij. De apparatenadapters voldoen met hun voorgeconfectioneerde aansluitdraden aan de specifieke eisen van IEC/EN 61 439 en UL. In het kader van een systeem-typegoedkeuring werden de volgende tests bij Rittal uitgevoerd zoals het bewijs van kortsluitvastheid zoals de nominale stootstroomvastheid Ipk en de nominale kortsluitstroomvastheid Icw. Voor de mechanische bevestiging en directe contactering van elektrische apparaten op het board worden apparaat-adapters gebruikt. Per gewenste fase-aansluiting zijn verschillende adapteruitvoeringen benodigd. Er is dus een separate 1-polige apparaat-adapter voor L1-L2 en L3. Uiteraard is er ook een 3-polige uitvoering beschikbaar. Ter uitbreiding van de bevestigingsmogelijkheden op het board bij toepassing van brede apparaten zonder contactsysteem kan een uitbreidingsadapter toegepast worden.
Afgestemd op kastsystemen
De nieuwe 160 A uitvoeringen van het RiLine Compact board zijn voor een groot deel afgestemd op de breedte van de montageplaat van het veelvuldig toegepaste VX25-kastplatform. Voor de 600 mm brede uitvoering is het 500 m brede board beschikbaar, voor 800 mm brede kasten is dit 700 mm, voor 1000 mm breedte is het board 900 mm .De meest toegepaste besturingskast is 1200 mm breed, het 1100 mm brede board past precies op de montageplaat. Maar ook voor de AX wand- en vloerkasten passen de verschillende afmetingen van het RiLine Compact board op de montageplaat. Eenvoudig rechtstreeks op de montageplaat schroeven of via een DIN-rail monteren.
Goed beschermd
Het RiLine Compact railsysteem heeft een beschermklasse IP 20 volgens IEC 60529 en is daarmee beschermd tegen het binnendringen van vaste vreemde voorwerpen met een doorsnede van 12,5 mm of meer. De testsonde, kogel 12,5 mm doorsnede, mag niet volledig naar binnen kunnen worden gestoken. Van de testsonde mag niet de volledige doorsnede door een opening worden gestoken. De uit delen bestaande testvinger mag tot een lengte van max. 80 mm naar binnen worden gestoken, echter wel voldoende afstand aanhouden tot de actieve delen, de stroomrails in het board. Dit wordt ook wel vingerveilig genoemd.
Basisbescherming is bedoeld om bescherming te bieden tegen elektrische schok onder normale omstandigheden, en om directe aanraking van gevaarlijke actieve delen te voorkomen. Actieve delen met isolatie door lucht moeten zich bevinden in omhulsels of achter afschermplaten. De omhulsels of afschermplaten moeten een beschermingsgraad bieden van ten minste IPXXB. Deze IP XXB komt op hoofdlijnen overeen met IP 20.
Omgevingsomstandigheden
Kijkend naar de norm NEN-EN-IEC 60204-1;2018 , wordt aangegeven dat de elektrische uitrusting geschikt moet zijn voor de fysieke omgeving waarin en bedrijfsomstandigheden waaronder deze zal worden gebruikt. Ook kunnen aanvullende maatregelen getroffen worden met betrekking tot het trillingvrij opstellen. De norm NEN-EN-IEC 60204-1;2018 geeft hiervoor in algemene zin het volgende: Ongewenste effecten van trillingen, schokken en stoten (met inbegrip van die welke worden veroorzaakt door de machine zelf en de bijbehorende uitrusting en die welke worden veroorzaakt door de fysieke omgeving) moeten worden voorkomen door geschikte uitrusting te kiezen, en deze niet in de directe nabijheid van de machine te monteren, of door trillingvrije opstellingen te gebruiken.